Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], trotsheid uws harten heeft u bedrogen; [7]hij, die daar woont in de kloven der steenrotsen, [8][in] zijn hoge woning; die in zijn hart [9]zegt: Wie zou mij ter aarde nederstoten? 6. Verg. Jer.49:16. 7. Dat is, gij die, enz. gelijk Jer.49:16, of, hen die daar, enz. 8. Of, [zijnde] [te weten de voorzeide steenrotsen] zijn hoge woning, of, zitplaats. Hebr. de hoogte zijner woning. 9. Dat is, denkt, zich inbeeldt, gelijk Ps.10:6, enz.